Jiu-jitsu kan vertaald worden als “zachte kunst”. Het is een zelfverdedigingskunst waarmee je in een paar seconden een aanvaller kunt controleren en/of uitschakelen. Jiu-jitsu is niet alleen een zelfverdedigingskunst, maar een zeer complete budokunst voor jong en oud. In het jiu-jitsu leer je niet alleen je te verdedigen tegen verschillende aanvallen maar ook het uitvoeren van verschillende aanvalstechnieken zoals bijvoorbeeld atemi’s ( stoten en schoppen), klemmen, drukpunten en wurgingen.
Jiu-jitsu is in principe geen sport. Een vechtsport is gebonden aan regels, jiu-jitsu daarentegen is bij uitstek een vechtkunst, gebaseerd op de aanval van een tegenstander vanuit alle denkbare posities en vanuit diverse vechtdisciplines. Dat dit gepaard kan gaan met technieken die als onsportief en oneerlijk worden beschouwd in de reguliere vechtsporten kenmerkt juist het jiu-jitsu.
Aan de andere kant is er een zodanige rijkdom aan technieken, dat in zeer veel gevallen de tegenstander onschadelijk kan worden gemaakt zonder hem of haar enige verwonding toe te brengen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van klemtechnieken.
De oorsprong van het jiu-jitsu is gehuld in nevelen, het wordt echter wel als een zuiver japanse vechtkunst beschouwd. De enige vechtkunst die invloed zou hebben uitgeoefend is het (chinese) Kempo. De Samurai’s leerden destijds ju-jitsu in scholen die elk van elkaar verschilden. Als een samurai tijdens een gevecht werd ontwapend kon hij met blote handen verder vechten. Na het eind van het feodale stelsel werden de subsidies voor de scholen stopgezet en waren de meesters genoodzaakt om ju-jitsu te leren aan normale burgers. Later vloog ju-jitsu over naar het westen.
Uit ju-jitsu zijn diverse zelfverdedigingsvormen en -sporten voortgekomen, zoals aikido, wat oorspronkelijk aiki-ryu jiu-jitsu was, en judo, waarbij de jitsu van jiu-jitsu een “do”, een “weg” is geworden (ju-jutsu -> ju-do). Jiu-jitsu is een zeer volledige zelfverdedigingsvorm: als een jujutsuka een karateka als tegenstander heeft, kan het zijn dat judotechnieken zoals wurgtechnieken en worsteltechnieken effectiever zijn, als de tegenstander een judoka is, kunnen karatetechnieken zoals trappen geschikter zijn. Omdat jiu-jitsu geen sport is, kan gewoon iedere techniek die efficient is gebruikt worden. De jujutsuka zal die technieken proberen te gebruiken die de tegenstander juist niet of minder goed beheerst.